Vandaag 3 april 2024 ontvingen wij een bericht van Google. In dit bericht wordt aangegeven dat alle Universal Analytics-property’s met ingang van 1 juli 2024 volledig vervangen worden door Google Analytics 4-property’s. In deze blog leest u hoe dit impact kan hebben op uw OSINT-onderzoek.
Wat zijn Universal Analytics-property’s?
Universal Analytics-property’s verwijzen naar de oude generatie van Google Analytics om websitebezoeken bij te houden. Websitebeheerders konden hiermee bijvoorbeeld bijhouden hoe gebruikers op hun website komen, wat zij daar deden en hoe ze ze weer van de website afgingen. Ook kon een websitebeheerder allerlei technische gegevens over bezoekers bijhouden, zoals IP-adressen, user-agents en zelfs de schermgrootte van het apparaat dat zij gebruiken om de website te bezoeken.
Wanneer een websitebeheerder voor 14 oktober 2020 Google Analytics op een website installeerde, werd automatisch een Universal Analytics-property aangemaakt. Zo’n Universal Analytics-property noemen wij als OSINT-ers soms kortgezegd een “UA-code“. Wij gebruiken deze UA-code om andere websites te vinden die zo’n zelfde UA-code hebben. Deze andere websites behoren dan mogelijk bij dezelfde “eigenaar”. We noemen deze techniek ook wel een Reverse Analytics Lookup.
Wat verandert er vanaf 1 juli 2024?
Vanaf 1 juli 2024 zullen de UA-codes volledig vervangen worden door Google Analytics 4-property’s. Dat betekent dat de UA-codes verleden tijd zijn. De nieuwe GA4-property’s zijn eigenlijk Google Tag ID’s die gevormd worden door een reeks van letters en getallen die meestal zullen starten met een “G-“. Websitebeheerders hebben een Google Tag ID nodig om een Google Analytics 4-property voor hun website aan te maken waarbij zij gebruik maken van Google Tag Manager en andere contentmanagementsystemen.
Wat voor impact heeft dit op OSINT-onderzoek?
Om andere websites te vinden die van eenzelfde “eigenaar” zijn, zochten wij als OSINT-onderzoekers de UA-code van een website op (indien deze er was). Vanaf 1 juli 2024 zullen dit soort codes waarschijnlijk veel minder vaak op websites zichtbaar zijn. Een “Reverse Analytics”-lookup op basis van een UA-code zal dan langzaam komen te vervallen. Hoewel de UA-codes langzaam zullen verdwijnen, komen er dus wel nieuwe GA4-codes bij. Qua techniek verandert er dus niet zoveel en zal een Reverse Analytics-lookup waarschijnlijk dus in de toekomst mogelijk blijven.
Hoe voer ik een Reverse Analytics-lookup uit?
Om een Reverse Analytics-lookup uit te voeren zoekt u naar de UA-code of de GA4-code binnen de broncode van een website. Deze beginnen dus respectievelijk met een UA- of een G-. Vervolgens gaat u naar een website als https://spyonweb.com, https://builtwith.com of https://dnslytics.com/reverse-analytics en vult u de identificerende code(s) in. U krijgt vervolgens te zien of er nog andere websites zijn waarop deze codes voor zouden komen. Nader onderzoek moet uitwijzen wat de precieze relatie tussen de websites is. Hou er rekening mee dat bovengenoemde websites van derde partijen zijn en dat gegevens kunnen worden gelogd.
Wil je meer weten over dit onderwerp?
In onze OSINT-training II (Professional) besteden we uitgebreid aandacht aan het onderzoeken van websites. Uiteraard staan we daarbij ook stil bij het uitvoeren van een Reverse Analytics-lookup.